Een baby en een jong kind beleeft contact met een ander alleen als deze ‘tot hem geordend is’, zegt Anna Terruwe. Als je volwassen bent is dat anders. Je weet wat jij waard bent, als volstrekt uniek mens, en je weet ook dat de wereld niet om jou draait.
Dat betekent dat je kunt meevoelen als het een ander goed gaat, zonder dat het iets met jou te maken heeft. En het betekent ook dat je niet van je sokken geblazen wordt als het een ander slecht gaat, of als een ander jou afwijst.
Mensen met een frustratieneurose gaan er eigenlijk nog steeds van uit dat anderen zich tot hen ordenen en zich aan hun gevoelens aanpassen. Als zij dat niet doen, voelt dat als een afwijzing en een tekort aan liefde.
Hun gedrag is ten diepste kinderlijk, ofschoon ze er uit zien als volwassenen. En omdat het vaak gevoelige en verstandelijke types treft, kunnen ze zich vaak goed uitdrukken. Vaak voelen ze zich alleen, omdat ze hun gevoelens op een behoeftige manier uiten. Ze zijn niet uit op contact met een andere volwassene, maar willen liefde en erkenning.
Volwassen worden is jezelf en je gevoelens leren ordenen, stelde Terruwe. Je moet leren dat je zelfstandig leeft én dat je verbonden bent met anderen, allebei tegelijk. Dat je jezelf kunt delen met anderen zonder dat je jezelf daarin kwijt raakt. Als dat ergens op de spits gedreven wordt, dan is het wel in de liefdesrelatie.
*
Volgende keer: Affectiviteit
Volg ons via Twitter of Facebook, of kom snel hier weerom.